Het feest in Dhrannouthere editie 1536

Ik, C.M.K., was in doldwaze xtc toen ik m’n vriend kon verwelkomen in m’n schaarsverlichte onderkeldering van het gemeentehuis van Burm. Om al in feeststemming te komen, grabbelden m’n pollen in een gat dat voor mijn part aanvoelde als het gat naar de hel. Want toen ik de hand dieper reikte, moest ik een vieze, glibberige massa penetreren. Onmiddellijk maakte een diepe scherpe doordringende stank zich meester van mij. De oceanen van wanreuk verpletterden mijn uithoudingsvermogen van mijn maag en zodoende stulpten ambulance-duizenden larven uit mijn wijdopengesperd eettoestel. Het eens zo welgevormde lijf dat ik bezat, verschrompelde zoals een strandbal die men laat leeg lopen. Sneller dan het verstoken zonlicht de straatstenen beschijnen kan werd m’n hoofdhaar spinrag. Met nog een paar sporadische spiersamentrekkingen trek ik mijn hand terug uit het gladde hol. De triomf was groot want de buit was als het nog kan immenser. Een fles wijn uit 1214 vanuit de Bordeauxstreek bengelde aan de restanten van wat ooit een hand genaamd was. Flarden vergaan vlees en vel werden vergezeld van met bloed besmeurde rioolratten groter dan Porky. De genoegzame roes was gigantisch groot, zelfs zo big dat ik het niet eens voelde dat de bijl mijnes vriend zich een keer in mijn arm plantte, teneinde de ratten te onthoofden om zo ons maaltijd te verzekeren tegen brand en andere feesttoestanden. Ik hield er gelukkig mijn hoofd bijl en kon nog vlug een verfpot verschalken zodat het uitgulpende bloed werd opgevangen. Ook onze saus was dus dik in orde. Na het lekkere eten viel een slaap over ons zodat we wakker werden en paard en kar en onszelf op weg zetten naar het grootste feest van het jaar·: de slagtering van Dhrannouthere editie 1536. Ginds aangekomen werden we opgeslokt in een ellendig lange stoet van paarden met karren en karren zonder paarden en paarden met mannen en mannen zonder baarden en baarden met haren en haren zonder hoofden wat niet zo’n vrolijk gezicht is; net zoals een slechtgestemde viool bespeeld door een hondse afstammeling van de kater van tante Jos. We zetten onze servo op om te kunnen parkeren op de wij hadden natuurlijk niet in de gaten dat het gras bezeten was door miljarden grijpgrage klauwen die zich hollands enthousiast vastgrepen in onze spaken en tergend langzaam het vel van de paardenpoten stroopten. Niet getreurd want het is immers feest : "Slagtering van Dhrannouthere editie 1536". We laden onze leren rugzak in waar de konijnen nog aan hingen te spartelen omdat de zon hen deed baden in hun zilte zweet. De Slagtering van Dhrannouthere editie 1536 is zo’n speciaal feest omdat alle misdadige creaturen worden geëxecuteerd door de hoogstbiedende die zijn fantasie mag loslaten op het aangekochte lijf met leden en hart van kassei. De opbrengst van het feest gaat elk naar een goed doel. Voor deze editie is dat het Goede Doel van de stadsgroepenondersteuning van gewest Rondom. Zelf heb ik de moed niet om te bieden en nog minder de handigheid om iemand te hangen of te vierendelen. Dus geniet ik maar van andersman spektakel. We noemen dat in onze thuiscontreien ramptoerisme. Vloedgolven van bloed en bones drijven ons mee naar de uitgang waar we de ondergang van de dag afwachten en zien wat morgen brengt.

 

Slaap verwacht, droom verpacht.

{fcomment}